Efeziers 5:15 | Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. |
Efeziers 5:25 | Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven; |
Efeziers 5:33 | Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw [zie], dat zij den man vreze. |
Efeziers 6:1 | Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. |
Efeziers 6:2 | Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte), |
Efeziers 6:4 | En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren. |
Efeziers 6:5 | Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam [uw] heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; |
Efeziers 6:9 | En gij heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en [dat] geen aanneming des persoons bij Hem is. |
Filippenzen 2:4 | Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk [zie] ook op hetgeen der anderen is. |
Filippenzen 2:14 | Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken; |
Filippenzen 2:18 | En om datzelfde verblijdt gij u ook, en verblijdt ook ulieden met mij. |
Filippenzen 2:29 | Ontvangt hem dan in den Heere, met alle blijdschap, en houdt dezulken in waarde. |
Filippenzen 3:1 | Voorts, mijn broeders, verblijdt u in den Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het is u zeker. |
Filippenzen 3:2 | Ziet op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op de versnijding. |
Filippenzen 3:17 | Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. |
Filippenzen 4:1 | Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon, staat alzo in den Heere, geliefden! |
Filippenzen 4:4 | Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt u. |
Filippenzen 4:6 | Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; |
Colossenzen 2:6 | Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt [alzo] in Hem; |
Colossenzen 2:8 | Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus; |