1 Thessalonicensen 5:6 | Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn. |
1 Thessalonicensen 5:8 | Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en [tot] een helm, de hoop der zaligheid. |
1 Thessalonicensen 5:10 | Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden. |
2 Thessalonicensen 3:1 | Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren [zijn] loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u; |
2 Thessalonicensen 3:12 | Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten. |
1 Timotheus 2:2 | Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. |
1 Timotheus 3:15 | Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid. |
1 Timotheus 5:20 | Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben. |
2 Timotheus 2:5 | En indien ook iemand strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden. |
Titus 1:13 | Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. |
Titus 2:4 | Opdat zij de jonge [vrouwen] leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben; |
Titus 2:10 | Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, in alles mogen versieren. |
Titus 3:8 | Dit is een getrouw woord, en deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk bevestigt, opdat degenen, die aan God geloven, zorg dragen, om goede werken voor te staan; deze dingen zijn het, die goed en nuttig zijn den mensen. |
Titus 3:13 | Geleid Zenas, den wetgeleerde, en Apollos zorgvuldiglijk, opdat hun niets ontbreke. |
Filemon 1:13 | Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies. |
Filemon 1:15 | Want veellicht is hij daarom voor een kleinen tijd [van u] gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. |
Filemon 1:19 | Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn hand, ik zal het betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt. |
Hebreeen 3:8 | Zo verhardt uw harten niet, gelijk [het geschied is] in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn; |
Hebreeen 3:15 | Terwijl er gezegd wordt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet, gelijk in de verbittering [geschied is]. |
Hebreeen 4:1 | Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn. |