H1 אָב
vader, voorouder, stichter, heerser, grootvader
Job 30:1 | Maar nu lachen over mij minderen dan ik van dagen, welker vaderen ik versmaad zou hebben, om bij de honden mijner kudde te stellen. |
Job 31:18 | (Want van mijn jonkheid af is hij bij mij opgetogen, als [bij] een vader, en van mijner moeders buik af heb ik haar geleid;) |
Job 38:28 | Heeft de regen een vader, of wie baart de druppelen des dauws? |
Job 42:15 | En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen. |
Psalm 22:5 | Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen. |
Psalm 27:10 | Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen. |
Psalm 39:13 | Hoor, HEERE! mijn gebed, en neem mijn geroep ter ore; zwijg niet tot mijn tranen; want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner, gelijk al mijn vaders. |
Psalm 44:2 | O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds. |
Psalm 45:11 | Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. |
Psalm 45:17 | In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. |
Psalm 49:20 | Zo zal zij [toch] komen tot het geslacht harer vaderen; tot in eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. |
Psalm 68:6 | Hij is een Vader der wezen, en een Rechter der weduwen; God, in de woonstede Zijner heiligheid. |
Psalm 78:3 | Die wij gehoord hebben en weten ze, en onze vaders ons verteld hebben. |
Psalm 78:5 | Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken; |
Psalm 78:8 | En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, [dat] zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God. |
Psalm 78:12 | Voor hun vaderen had Hij wonder gedaan, in Egypteland, [in] het veld van Zoan. |
Psalm 78:57 | En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun vaders; zij zijn omgekeerd, als een bedriegelijke boog. |
Psalm 89:27 | Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils! |
Psalm 95:9 | Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden, ook Mijn werk zagen. |
Psalm 103:13 | Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen. |