H259 אֶחָד
één (telwoord), enerlei, ander, elk, eerst, enig, aan weerszijden, aan elkander

Bijbelteksten

Exodus 28:10Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op den anderen steen, naar hun geboorten;
Exodus 28:17En gij zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen, een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
Exodus 29:1Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen;
Exodus 29:3En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen.
Exodus 29:15Daarna zult gij den enen ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;
Exodus 29:23En een broodbol, en een koek geolied brood, en een vlade, uit den korf der ongezuurde [broden], die voor het aangezicht des HEEREN zijn zal;
Exodus 29:39Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden.
Exodus 29:40Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van een hin wijn, tot het ene lam.
Exodus 30:10En Aaron zal eens in het jaar over deszelfs hoornen verzoening doen, met het bloed des zondoffers der verzoeningen; eens in het jaar zal hij verzoening daarop doen bij uw geslachten; het is heiligheid der heiligheden den HEERE!
Exodus 33:5En de HEERE had tot Mozes gezegd: Zeg tot de kinderen Israëls: Gij zijt een hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt uw sieraad van u af, en Ik zal weten, wat Ik u doen zal.
Exodus 36:9De lengte ener gordijn was van acht en twintig ellen, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen hadden een maat.
Exodus 36:10En hij voegde vijf gordijnen, de ene aan de andere; en hij voegde [andere] vijf gordijnen, de ene aan de andere.
Exodus 36:11Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw aan den kant ener gordijn, aan het uiterste in de samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der tweede samenvoegende gordijn.
Exodus 36:12Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn, en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der gordijn; dat aan de tweede samenvoegende was; deze striklisjes vatten de ene aan de andere.
Exodus 36:13Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, en voegde de gordijnen samen, de ene aan de andere, met deze haakjes, dat het een tabernakel werd.
Exodus 36:15De lengte ener gordijn was dertig ellen, en vier ellen de breedte ener gordijn; deze elf gordijnen hadden een maat.
Exodus 36:18Hij maakte ook vijftig koperen haakjes, om de tent samen te voegen, dat zij een ware.
Exodus 36:21De lengte van een berd was tien ellen, en ene el en ene halve el was de breedte van elk berd.
Exodus 36:22Twee houvasten had een berd, als sporten in een ladder gezet, het ene nevens het andere; alzo maakte hij het met al de berderen des tabernakels.
Exodus 36:24En hij maakte veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken