H410 אֵל
God, god

Bijbelteksten

Job 41:16Van zijn verheffen schromen de sterken; om [zijner] doorbrekingen wille ontzondigen zij zich.
Psalm 5:5Want Gij zijt geen God, Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren.
Psalm 7:7Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen.
Psalm 7:12God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt.
Psalm 10:11Hij zegt in zijn hart: God heeft het vergeten, Hij heeft Zijn aangezicht verborgen, Hij ziet niet in eeuwigheid.
Psalm 10:12Sta op, HEERE God! hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet.
Psalm 16:1Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U.
Psalm 17:6Ik roep U aan, omdat Gij mij verhoort; o God! neig Uw oor tot mij; hoor mijn rede.
Psalm 18:3De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.
Psalm 18:31Gods weg is volmaakt; de rede des HEEREN is doorlouterd; Hij is een Schild allen, die op Hem betrouwen.
Psalm 18:33Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt.
Psalm 18:48De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt;
Psalm 19:2De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
Psalm 22:2Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, [van] de woorden mijns brullens?
Psalm 22:11Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God.
Psalm 29:1Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte.
Psalm 29:3De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
Psalm 31:6In Uw hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij verlost, HEERE, Gij, God der waarheid!
Psalm 36:7Uw gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen en beesten.
Psalm 42:3Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen?

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs