Psalm 16:9 | Daarom is mijn hart verblijd, en mijn eer verheugt zich; ook zal mijn vlees zeker wonen. |
Psalm 27:2 | Als de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen. |
Psalm 38:4 | Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde. |
Psalm 38:8 | Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke [plage], en er is niets geheels in mijn vlees. |
Psalm 50:13 | Zou Ik stierenvlees eten, of bokkenbloed drinken? |
Psalm 56:5 | In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees doen? |
Psalm 63:2 | O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water. |
Psalm 65:3 | Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen. |
Psalm 78:39 | En Hij dacht, dat zij vlees waren, een wind, die henengaat en niet wederkeert. |
Psalm 79:2 | Zij hebben de dode lichamen Uwer knechten aan het gevogelte des hemels tot spijs gegeven; het vlees Uwer gunstgenoten aan het gedierte des lands. |
Psalm 84:3 | Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen, naar de voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God. |
Psalm 102:6 | Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege de stem mijns zuchtens. |
Psalm 109:24 | Mijn knieën struikelen van vasten, en mijn vlees is vermagerd, zodat er geen vet aan is. |
Psalm 119:120 | [Het haar] mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen. |
Psalm 136:25 | Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 145:21 | [Thau.] Mijn mond zal den prijs des HEEREN uitspreken, en alle vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid en altoos. |
Spreuken 4:22 | Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees. |
Spreuken 5:11 | En gij in uw laatste brult, als uw vlees, en uw lijf verteerd is; |
Spreuken 14:30 | Een gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting der beenderen. |
Spreuken 23:20 | Zijt niet onder de wijnzuipers, noch onder de vleesvreters; |