H2015 הָפַךְ
veranderen, omkeren, omkeren (zich) -, worden, keren, wenden, verkeren
Psalm 105:29 | Hij keerde hun wateren in bloed, en Hij doodde hun vissen. |
Psalm 114:8 | Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein. |
Spreuken 12:7 | De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet [meer] zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan. |
Spreuken 17:20 | Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen. |
Jesaja 34:9 | En hun beken zullen in pek verkeerd worden, en hun stof in zwavel; ja, hun aarde zal tot brandend pek worden. |
Jesaja 60:5 | Dan zult gij het zien en samenvloeien, en uw hart zal vervaard zijn en verwijd worden; want de menigte de zee zal tot u gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen. |
Jesaja 63:10 | Maar zij zijn wederspannig geworden, en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. |
Jeremia 2:21 | Ik had u toch geplant, een edelen wijnstok, een geheel getrouw zaad; hoe zijt gij Mij dan veranderd [in] verbasterde ranken van een vreemden wijnstok? |
Jeremia 13:23 | Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? of een luipaard zijn vlekken? [Zo] zult gijlieden ook kunnen goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen. |
Jeremia 20:16 | Ja, dezelve man zij, als de steden, die de HEERE heeft omgekeerd, en het heeft Hem niet berouwd; en hij hore in den morgenstond een geroep, en op den middagtijd een geschrei. |
Jeremia 23:36 | Maar des HEEREN last zult gij niet meer gedenken; want een iegelijk zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert de woorden van den levenden God, den HEERE der heirscharen, onzen God. |
Jeremia 30:6 | Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom zie Ik [dan] eens iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende [vrouw], en alle aangezichten veranderd in bleekheid? |
Jeremia 31:13 | Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar hun droefenis. |
Klaagliederen 1:20 | [Resch.] Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want ik ben zeer wederspannig geweest; van buiten heeft [mij] het zwaard van kinderen beroofd, van binnen is als de dood. |
Klaagliederen 3:3 | [Aleph.] Hij heeft Zich immers tegen mij gewend, Hij heeft Zijn hand den gansen dag veranderd. |
Klaagliederen 4:6 | [Vau.] En de ongerechtigheid der dochter mijns volks is groter dan de zonden van Sodom, dat als in een ogenblik omgekeerd werd, en geen handen hadden arbeid over haar. |
Klaagliederen 5:2 | Ons erfdeel is tot de vreemdelingen gewend, onze huizen tot de uitlanders. |
Klaagliederen 5:15 | De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd. |
Ezechiel 4:8 | En ziet, Ik zal dikke touwen aan u leggen, dat gij u niet omkeert van uw [ene] zijde tot uw [andere] zijde, totdat gij de dagen uwer belegering voleind hebt. |
Daniel 10:8 | Ik dan werd alleen overgelaten, en zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen kracht overig; en mijn sierlijkheid werd aan mij veranderd in een verderving, zodat ik geen kracht behield. |