H2022 הַר
bergtop, het verhogen, bergen, berg, berggoden, Gebergte, gebergte
Psalm 98:8 | Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven, |
Psalm 99:9 | Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u voor den berg Zijner heiligheid; want de HEERE, onze God, is heilig. |
Psalm 104:6 | Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen. |
Psalm 104:8 | De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. |
Psalm 104:10 | Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen. |
Psalm 104:13 | Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken. |
Psalm 104:18 | De hoge bergen zijn voor de steenbokken; de steenrotsen zijn een vertrek voor de konijnen. |
Psalm 104:32 | Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij. |
Psalm 114:4 | De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. |
Psalm 114:6 | Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren? |
Psalm 121:1 | Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal. |
Psalm 125:1 | Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, [die] niet wankelt, [maar] blijft in eeuwigheid. |
Psalm 125:2 | Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid. |
Psalm 144:5 | Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. |
Psalm 147:8 | Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras [op] de bergen doet uitspruiten; |
Psalm 148:9 | Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen! |
Spreuken 8:25 | Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren. |
Spreuken 27:25 | Als het gras zich openbaart, en de grasscheuten gezien worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. |
Hooglied 2:8 | [Dat] is de stem mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen! |
Hooglied 2:17 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste! wordt Gij gelijk een ree, of een welp der herten, op de bergen van Bether. |