H2416 חַי
dieren, gedierte, dier(en), leven (ww), leven (zn), levend

Bijbelteksten

Klaagliederen 3:58[Resch.] Heere! Gij hebt de twistzaken mijner ziel getwist, Gij hebt mijn leven verlost.
Ezechiel 1:5En uit het midden daarvan [kwam] de gelijkenis van vier dieren; en dit was hun gedaante: zij hadden de gelijkenis van een mens;
Ezechiel 1:13Aangaande de gelijkenis der dieren, hun gedaante was als brandende kolen des vuurs, als de gedaante der fakkelen; datzelve [vuur] ging steeds tussen die dieren; en het vuur had een glans, en uit het vuur kwam een bliksem voort.
Ezechiel 1:14De dieren nu liepen en keerden weder als de gedaante van een weerlicht.
Ezechiel 1:15Als ik die dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve.
Ezechiel 1:19Als nu de dieren gingen, gingen de raderen bij hen; en als de dieren van de aarde opgeheven werden, werden de raderen opgeheven.
Ezechiel 1:20Waarhenen de geest was om te gaan, gingen zij, waarhenen de geest was om te gaan; en de raderen werden tegenover hen opgeheven; want de geest der dieren was in de raderen.
Ezechiel 1:21Als die gingen, gingen [deze]; en als die stonden, stonden zij; en als die van de aarde opgeheven werden, werden de raderen tegenover hen opgeheven; want de geest der dieren was in de raderen.
Ezechiel 1:22En over de hoofden der dieren was de gelijkenis eens uitspansels, gelijk de verf van het vreselijke kristal, van boven af over hun hoofden uitgespreid.
Ezechiel 3:13En [ik hoorde] het geluid van der dieren vleugelen, die de een den ander raakten, en het geluid der raderen tegenover hen; en het geluid ener grote ruising.
Ezechiel 5:11Daarom [zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE (omdat gij Mijn heiligdom verontreinigd hebt met al uw verfoeiselen, en met al uw gruwelen), zo Ik ook niet daarom [u] verminderen, en Mijn oog [u] niet verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen!
Ezechiel 5:17Ja, honger en boos gedierte, die u van kinderen beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal pestilentie en bloed onder u omgaan; en het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de HEERE, heb [het] gesproken!
Ezechiel 7:13Want de verkoper zal tot het verkochte niet wederkeren, ofschoon hun leven nog onder de levenden ware; overmits het gezicht, aangaande de gehele menigte van het [land], niet zal terugkeren; en niemand zal door zijn ongerechtigheid zijn leven sterken.
Ezechiel 10:15En die cherubs hieven zich omhoog; dit was hetzelfde dier, dat ik bij de rivier Chebar gezien had.
Ezechiel 10:17Als die stonden, stonden [deze], en als die opgeheven werden, hieven zich deze [ook] op; want de geest der dieren was in hen.
Ezechiel 10:20Dit is het dier, dat ik zag onder den Gods Israels bij de rivier Chebar; en ik bemerkte, dat het cherubs waren.
Ezechiel 14:15Zo Ik het boos gedierte make door het land door te gaan, hetwelk dat van kinderen berove, zodat het woest worde, dat er niemand doorga, vanwege het gedierte;
Ezechiel 14:16Die drie mannen in het midden deszelven zijnde, zo [waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo zij zonen, en zo zij dochteren bevrijden zouden, zij zelven alleen zouden bevrijd worden, maar het land zou woest worden.
Ezechiel 14:18Ofschoon die drie mannen in het midden deszelven waren, zo [waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zij zouden zonen noch dochteren bevrijden, maar zij zelven alleen zouden bevrijd worden.
Ezechiel 14:20Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven waren, [zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo zij een zoon, [of] zo zij een dochter zouden bevrijden, zij zouden [alleen] hun ziel door hun gerechtigheid bevrijden.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs