H2450 חָכָם
wijze(n), vaklieden, bekwaamste, wijs, wijzen man, schrander, bekwaam

Bijbelteksten

Psalm 49:11Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten.
Psalm 107:43Wie is wijs? Die neme deze [dingen] waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des HEEREN.
Spreuken 1:5Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen;
Spreuken 1:6Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen.
Spreuken 3:7Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.
Spreuken 3:35De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.
Spreuken 9:8Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.
Spreuken 9:9Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
Spreuken 10:1De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.
Spreuken 10:8Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
Spreuken 10:14De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
Spreuken 11:29Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
Spreuken 11:30De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs.
Spreuken 12:15De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
Spreuken 12:18Daar is een, die [woorden] als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Spreuken 13:1Een wijs zoon [hoort] de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Spreuken 13:14Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Spreuken 13:20Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
Spreuken 14:3In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Spreuken 14:16De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken