H3162 יַחַד
vereniging, verbondenheid, eensgezind

Bijbelteksten

Psalm 35:26Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken.
Psalm 37:38Maar de overtreders worden te zamen verdelgd; het einde der goddelozen wordt uitgeroeid.
Psalm 40:15Laat hen te zamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken, om die te vernielen; laat hen achterwaarts gedreven worden, en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Psalm 41:8Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, [zeggende:]
Psalm 48:5Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen.
Psalm 49:3Zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm!
Psalm 49:11Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten.
Psalm 53:4Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een.
Psalm 55:15Wij, die te zamen in zoetigheid heimelijk raadpleegden; wij wandelden in gezelschap ten huize Gods.
Psalm 62:10Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen [lichter] zijn dan de ijdelheid.
Psalm 71:10Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,
Psalm 74:6Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen.
Psalm 74:8Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand.
Psalm 83:6Want zij hebben in het hart te zamen geraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt;
Psalm 88:18Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij.
Psalm 98:8Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven,
Psalm 102:23Wanneer de volken samen zullen vergaderd worden, ook de koninkrijken, om den HEERE te dienen.
Psalm 122:3Jeruzalem is gebouwd, als een stad, die wel samengevoegd is;
Psalm 133:1Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen.
Psalm 141:10Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin