Psalm 35:26 | Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken. |
Psalm 37:38 | Maar de overtreders worden te zamen verdelgd; het einde der goddelozen wordt uitgeroeid. |
Psalm 40:15 | Laat hen te zamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken, om die te vernielen; laat hen achterwaarts gedreven worden, en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad. |
Psalm 41:8 | Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, [zeggende:] |
Psalm 48:5 | Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen. |
Psalm 49:3 | Zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm! |
Psalm 49:11 | Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. |
Psalm 53:4 | Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een. |
Psalm 55:15 | Wij, die te zamen in zoetigheid heimelijk raadpleegden; wij wandelden in gezelschap ten huize Gods. |
Psalm 62:10 | Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen [lichter] zijn dan de ijdelheid. |
Psalm 71:10 | Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen, |
Psalm 74:6 | Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen. |
Psalm 74:8 | Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand. |
Psalm 83:6 | Want zij hebben in het hart te zamen geraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt; |
Psalm 88:18 | Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij. |
Psalm 98:8 | Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven, |
Psalm 102:23 | Wanneer de volken samen zullen vergaderd worden, ook de koninkrijken, om den HEERE te dienen. |
Psalm 122:3 | Jeruzalem is gebouwd, als een stad, die wel samengevoegd is; |
Psalm 133:1 | Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen. |
Psalm 141:10 | Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan. |