H4672 מָצָא
present, meet, come, befall, find, find out
Psalm 46:2 | God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. |
Psalm 69:21 | De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden. |
Psalm 76:6 | De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden. |
Psalm 84:4 | Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God! |
Psalm 89:21 | Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd; |
Psalm 107:4 | Die in de woestijn dwaalden, in een weg der wildernis, die geen stad ter woning vonden; |
Psalm 116:3 | De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. |
Psalm 119:143 | Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, [doch] Uw geboden zijn mijn vermakingen. |
Psalm 119:162 | Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt. |
Psalm 132:5 | Totdat ik voor den HEERE een plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige Jakobs! |
Psalm 132:6 | Ziet, wij hebben van haar gehoord in Efratha; wij hebben haar gevonden in de velden van Jaar. |
Spreuken 1:13 | Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen. |
Spreuken 1:28 | Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; |
Spreuken 2:5 | Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden. |
Spreuken 3:4 | En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen. |
Spreuken 3:13 | Welgelukzalig is de mens, [die] wijsheid vindt, en de mens, [die] verstandigheid voortbrengt! |
Spreuken 4:22 | Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees. |
Spreuken 6:31 | En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis. |
Spreuken 6:33 | Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal niet uitgewist worden. |
Spreuken 7:15 | Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden. |