H4791 מָרוֹם
hoge plaatsen, hoogte

Bijbelteksten

Richteren 5:18Zebulon, het is een volk, [dat] zijn ziel versmaad heeft ter dood, insgelijks Nafthali, op de hoogten des velds.
2 Samuel 22:17Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.
2 Koningen 19:22Wien hebt gij gehoond en gelasterd? en tegen Wien hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels!
2 Koningen 19:23Door middel uwer boden hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen, en zijn uitgelezen dennebomen afhouwen; en zal komen in zijn uiterste herberg, in het woud zijns schonen velds.
Job 5:11Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden.
Job 16:19Ook nu, zie, in den hemel is mijn Getuige, en mijn Getuige in de hoogten.
Job 25:2Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
Job 31:2Want wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen uit de hoogten?
Job 39:21Als het tijd is, verheft zij zich in de hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder.
Psalm 7:8Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte.
Psalm 10:5Zijn wegen maken te allen tijde smarte; Uw oordelen zijn een hoogte, verre van hem; al zijn tegenpartijders, die blaast hij aan.
Psalm 18:17Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.
Psalm 56:3Mijn verspieders zoeken [mij] den gansen dag op te slokken; want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste!
Psalm 68:19Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen [om uit te delen] onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om [bij U] te wonen, o HEERE God!
Psalm 71:19Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk?
Psalm 73:8Zij mergelen [de lieden] uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte.
Psalm 75:6Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt [niet] met stijven hals.
Psalm 92:9Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE!
Psalm 93:4[Doch] de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, [dan] de geweldige baren der zee.
Psalm 102:20Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien; dat de HEERE uit den hemel op de aarde geschouwd zal hebben;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken