Richteren 5:18 | Zebulon, het is een volk, [dat] zijn ziel versmaad heeft ter dood, insgelijks Nafthali, op de hoogten des velds. |
2 Samuel 22:17 | Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren. |
2 Koningen 19:22 | Wien hebt gij gehoond en gelasterd? en tegen Wien hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels! |
2 Koningen 19:23 | Door middel uwer boden hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen, en zijn uitgelezen dennebomen afhouwen; en zal komen in zijn uiterste herberg, in het woud zijns schonen velds. |
Job 5:11 | Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden. |
Job 16:19 | Ook nu, zie, in den hemel is mijn Getuige, en mijn Getuige in de hoogten. |
Job 25:2 | Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten. |
Job 31:2 | Want wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen uit de hoogten? |
Job 39:21 | Als het tijd is, verheft zij zich in de hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder. |
Psalm 7:8 | Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. |
Psalm 10:5 | Zijn wegen maken te allen tijde smarte; Uw oordelen zijn een hoogte, verre van hem; al zijn tegenpartijders, die blaast hij aan. |
Psalm 18:17 | Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren. |
Psalm 56:3 | Mijn verspieders zoeken [mij] den gansen dag op te slokken; want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste! |
Psalm 68:19 | Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen [om uit te delen] onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om [bij U] te wonen, o HEERE God! |
Psalm 71:19 | Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk? |
Psalm 73:8 | Zij mergelen [de lieden] uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte. |
Psalm 75:6 | Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt [niet] met stijven hals. |
Psalm 92:9 | Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE! |
Psalm 93:4 | [Doch] de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, [dan] de geweldige baren der zee. |
Psalm 102:20 | Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien; dat de HEERE uit den hemel op de aarde geschouwd zal hebben; |