Spreuken 15:30 | Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. |
Spreuken 16:2 | Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten. |
Spreuken 16:30 | Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad. |
Spreuken 17:8 | Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen. |
Spreuken 17:24 | In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde. |
Spreuken 20:8 | Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen. |
Spreuken 20:12 | Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. |
Spreuken 20:13 | Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood. |
Spreuken 21:2 | Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten. |
Spreuken 21:4 | Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, [en] de ploeging der goddelozen, zijn zonde. |
Spreuken 21:10 | De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen. |
Spreuken 22:9 | Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den armen gegeven. |
Spreuken 22:12 | De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. |
Spreuken 23:5 | Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt. |
Spreuken 23:6 | Eet het brood niet desgenen, die boos is van oog, en wees niet belust op zijn smakelijke spijzen; |
Spreuken 23:26 | Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren. |
Spreuken 23:29 | Bij wien is wee? bij wien och arme? bij wien gekijf? bij wien het beklag? bij wien wonden zonder oorzaak? bij wien de roodheid der ogen? |
Spreuken 23:31 | Zie den wijn niet aan, als hij zich rood vertoont, als hij in den beker zijn verve geeft, [als] hij recht opgaat; |
Spreuken 23:33 | Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken. |
Spreuken 24:18 | Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere. |