Jesaja 13:18 | Maar [hun] bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. |
Jesaja 17:7 | Te dien dage zal de mens zien naar Dien, Die hem gemaakt heeft, en zijn ogen zullen op den Heilige Israels zien. |
Jesaja 29:10 | Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, [en] de zieners heeft Hij verblind. |
Jesaja 29:18 | En te dien dage zullen de doven horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien. |
Jesaja 30:20 | De Heere zal ulieden [wel] brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien; |
Jesaja 32:3 | En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken. |
Jesaja 33:15 | Die in gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen verwerpt; die zijn handen uitschudt, dat zij geen geschenken behouden; die zijn oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore, en zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie; |
Jesaja 33:17 | Uw ogen zullen den Koning zien in Zijn schoonheid; zij zullen een ver gelegen land zien. |
Jesaja 33:20 | Schouwt Sion aan, de stad onzer bijeenkomsten; uw ogen zullen Jeruzalem zien, een geruste woonplaats, een tent, die niet ter neder geworpen zal worden, welker pinnen in der eeuwigheid niet zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd worden. |
Jesaja 35:5 | Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden. |
Jesaja 37:17 | O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen. |
Jesaja 37:23 | Wien hebt gij gehoond, en gij gelasterd, en tegen Wien hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels! |
Jesaja 38:3 | En hij zeide: Och HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer. |
Jesaja 38:14 | Gelijk een kraan [of] zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg. |
Jesaja 40:26 | Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid [Zijner] krachten, en [omdat] Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist. |
Jesaja 42:7 | Om te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, [en] uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten. |
Jesaja 43:4 | Van toen af, dat gij kostelijk zijt geweest in Mijn ogen, zijt gij verheerlijkt geweest, en Ik heb u liefgehad; daarom heb Ik mensen in uw plaats gegeven, en volken in plaats van uw ziel. |
Jesaja 43:8 | Breng voort het blinde volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben. |
Jesaja 44:18 | Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, [en] hun harten, dat zij niet verstaan. |
Jesaja 49:5 | En nu zegt de HEERE, Die Mij Zich van [moeders] buik af tot een Knecht geformeerd heeft, dat Ik Jakob tot Hem wederbrengen zou; maar Israel zal zich niet verzamelen laten; nochtans zal Ik verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn God zal Mijn Sterkte zijn. |