H6240 עָשָׂר
eleven +, eleven +, eleventh +,

Bijbelteksten

1 Kronieken 25:5Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.
1 Kronieken 25:9Het eerste lot nu ging uit voor Asaf, [namelijk] voor Jozef. Het tweede voor Gedalja; hij en zijn broederen, en zijn zonen, waren twaalf.
1 Kronieken 25:10Het derde voor Zakkur; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:11Het vierde voor Jizri; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:12Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:13Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:14Het zevende voor Jesarela; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:15Het achtste voor Jesaja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:16Het negende voor Mattanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:17Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:18Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:19Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:20Het dertiende voor Subael; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:21Het veertiende voor Mattithja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:22Het vijftiende voor Jeremoth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:23Het zestiende voor Hananja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:24Het zeventiende voor Josbekasa; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:25Het achttiende voor Hanani; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
1 Kronieken 25:26Het negentiende voor Mallothi; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.
1 Kronieken 25:27Het twintigste voor Eliatha; zijn zonen en zijn broederen; twaalf.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken