H6963 קוֹל
stem, proclamatie, donder

Bijbelteksten

Psalm 6:9Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
Psalm 18:7Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
Psalm 18:14En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen.
Psalm 19:4Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.
Psalm 26:7Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen.
Psalm 27:7Hoor, HEERE! mijn stem, [als] ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij.
Psalm 28:2Hoor de stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid.
Psalm 28:6Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft de stem mijner smekingen gehoord.
Psalm 29:3De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
Psalm 29:4De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.
Psalm 29:5De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
Psalm 29:7De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit.
Psalm 29:8De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.
Psalm 29:9De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt [Hem] een iegelijk eer.
Psalm 31:23Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep.
Psalm 42:5Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, [en] met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, [onder] de feesthoudende menigte.
Psalm 42:8De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan.
Psalm 44:17Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige.
Psalm 46:7De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
Psalm 47:2Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs