Psalm 6:9 | Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord. |
Psalm 18:7 | Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. |
Psalm 18:14 | En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. |
Psalm 19:4 | Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord. |
Psalm 26:7 | Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. |
Psalm 27:7 | Hoor, HEERE! mijn stem, [als] ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij. |
Psalm 28:2 | Hoor de stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid. |
Psalm 28:6 | Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft de stem mijner smekingen gehoord. |
Psalm 29:3 | De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren. |
Psalm 29:4 | De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid. |
Psalm 29:5 | De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon. |
Psalm 29:7 | De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit. |
Psalm 29:8 | De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven. |
Psalm 29:9 | De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt [Hem] een iegelijk eer. |
Psalm 31:23 | Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep. |
Psalm 42:5 | Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, [en] met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, [onder] de feesthoudende menigte. |
Psalm 42:8 | De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. |
Psalm 44:17 | Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige. |
Psalm 46:7 | De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt. |
Psalm 47:2 | Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang. |