H6963 קוֹל
stem, proclamatie, donder

Bijbelteksten

Psalm 103:20Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
Psalm 104:7Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders.
Psalm 104:12Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.
Psalm 106:25Maar zij murmureerden in hun tenten; naar de stem des HEEREN hoorden zij niet.
Psalm 116:1Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
Psalm 118:15In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
Psalm 119:149Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.
Psalm 130:2HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
Psalm 140:7Ik heb tot den HEERE gezegd: Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner smekingen.
Psalm 141:1Een psalm van David. HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep.
Psalm 142:2Ik riep met mijn stem tot den HEERE; ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.
Spreuken 1:20De opperste Wijsheid roept overluid daar buiten; Zij verheft Haar stem op de straten.
Spreuken 2:3Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;
Spreuken 5:13En heb niet gehoord naar de stem mijner onderwijzers, noch mijn oren geneigd tot mijn leraars!
Spreuken 8:1Roept de Wijsheid niet, en verheft [niet] de Verstandigheid Haar stem?
Spreuken 8:4Tot u, o mannen! roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen.
Spreuken 26:25Als hij met zijn stem smeekt, geloof hem niet, want zeven gruwelen zijn in zijn hart.
Spreuken 27:14Die zijn vriend zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend worden.
Prediker 5:2Want [gelijk] de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden.
Prediker 5:5Laat uw mond niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet voor het aangezicht des engels, dat het een dwaling was; waarom zou God grotelijks toornen, om uwer stemme wille, en verderven het werk uwer handen?

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken