H7704 שָׂדֶה
open veld, land, gebied, akker, bouwland
Nehemia 12:44 | Ook werden ten zelfden dage mannen gesteld over de kameren, tot de schatten, tot de hefofferen, tot de eerstelingen en tot de tienden, om daarin uit de akkers der steden te verzamelen de delen der wet, voor de priesteren en voor de Levieten; want Juda was vrolijk over de priesteren en over de Levieten, die daar stonden. |
Nehemia 13:10 | Ook vernam ik, dat der Levieten deel [hun] niet gegeven was; zodat de Levieten en de zangers, die het werk deden, gevloden waren, een iegelijk naar zijn akker. |
Job 5:23 | Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn. |
Job 24:6 | Op het veld maaien zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen lezen zij af. |
Job 39:18 | En vergeet, dat de voet die drukken kan, en de dieren des velds die vertrappen kunnen? |
Job 40:15 | Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. |
Psalm 8:8 | Schapen en ossen, alle die; ook mede de dieren des velds. |
Psalm 50:11 | Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij Mij. |
Psalm 78:12 | Voor hun vaderen had Hij wonder gedaan, in Egypteland, [in] het veld van Zoan. |
Psalm 78:43 | Hoe Hij Zijn tekenen stelde in Egypte, en Zijn wonderheden in het veld van Zoan; |
Psalm 80:14 | Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. |
Psalm 96:12 | Dat het veld huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen. |
Psalm 103:15 | De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. |
Psalm 104:11 | Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst [mede]. |
Psalm 107:37 | En bezaaien akkers, en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. |
Psalm 132:6 | Ziet, wij hebben van haar gehoord in Efratha; wij hebben haar gevonden in de velden van Jaar. |
Spreuken 23:10 | Zet de oude palen niet terug; en kom op de akkers der wezen niet; |
Spreuken 24:27 | Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis. |
Spreuken 24:30 | Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; |
Spreuken 27:26 | De lammeren zullen zijn tot uw kleding, en de bokken de prijs des velds. |