H8141 שָׁנֶה
jaar, jaarlijks

Bijbelteksten

Nehemia 10:35Dat wij ook de eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN;
Nehemia 13:6Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van [sommige] dagen verkreeg ik [weder] verlof van den koning.
Esther 1:3In het derde jaar zijner regering maakte hij een maaltijd al zijn vorsten en zijn knechten; de macht van Perzie en Medie, de grootste heren en de oversten der landschappen waren voor zijn aangezicht;
Esther 2:16Alzo werd Esther genomen tot den koning Ahasveros, tot zijn koninklijk huis, in de tiende maand, welke is de maand Tebeth, in het zevende jaar zijns rijks.
Esther 3:7In de eerste maand (deze is de maand Nisan) in het twaalfde jaar van den koning Ahasveros, wierp men het Pur, dat is, het lot, voor Hamans aangezicht, van dag tot dag, en van maand [tot maand], tot de twaalfde maand toe; deze is de maand Adar.
Esther 9:21Om over hen te bevestigen, dat zij zouden onderhouden den veertienden dag der maand Adar, en den vijftienden dag derzelve, in alle en in ieder jaar;
Esther 9:27Bevestigden de Joden, en namen op zich en op hun zaad, en op allen, die zich tot hen vervoegen zouden, dat men het niet overtrade, dat zij deze twee dagen zouden houden, naar het voorschrift derzelve, en naar den bestemden tijd derzelve, in alle en ieder jaar;
Job 3:6Diezelve nacht, donkerheid neme hem in; dat hij zich niet verheuge onder de dagen des jaars; dat hij in het getal der maanden niet kome!
Job 10:5Zijn Uw dagen als de dagen van een mens? Zijn Uw jaren als de dagen eens mans?
Job 15:20Te allen dage doet de goddeloze zichzelven weedom aan; en [weinige] jaren in getal zijn voor den tiran weggelegd.
Job 16:22Want [weinige] jaren in getal zullen er [nog] aankomen, en ik zal het pad henengaan, [waardoor] ik niet zal wederkeren.
Job 32:7Ik zeide: Laat de dagen spreken, en de veelheid der jaren wijsheid te kennen geven.
Job 36:11Indien zij horen, en [Hem] dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden.
Job 36:26Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren.
Job 42:16En Job leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag zijn kinderen, en de kinderen zijner kinderen, tot in vier geslachten.
Psalm 31:11Want mijn leven is verteerd van droefenis, en mijn jaren van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid, en mijn beenderen zijn doorknaagd.
Psalm 61:7Gij zult dagen tot des konings dagen toedoen; zijn jaren zullen zijn als van geslacht tot geslacht;
Psalm 65:12Gij kroont het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van vettigheid.
Psalm 77:6Ik overdacht de dagen van ouds, de jaren der eeuwen.
Psalm 77:11Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; [maar] de rechterhand des Allerhoogsten verandert.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken