H8141 שָׁנֶה
jaar, jaarlijks

Bijbelteksten

Psalm 78:33Dies deed Hij hun dagen vergaan in ijdelheid, en hun jaren in verschrikking.
Psalm 90:4Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en [als] een nachtwaak.
Psalm 90:9Want al onze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid; wij brengen onze jaren door als een gedachte.
Psalm 90:10Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.
Psalm 90:15Verblijd ons naar de dagen, [in dewelke] Gij ons gedrukt hebt, [naar] de jaren, [in dewelke] wij het kwaad gezien hebben.
Psalm 95:10Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan [dit] geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet.
Psalm 102:25Ik zeide: Mijn God! neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht.
Psalm 102:28Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd worden.
Spreuken 3:2Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.
Spreuken 4:10Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.
Spreuken 5:9Opdat gij anderen uw eer niet geeft, en uw jaren den wrede;
Spreuken 9:11Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.
Spreuken 10:27De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort.
Prediker 6:3Indien een man honderd [kinderen] gewon, en vele jaren leefde, zodat de dagen zijner jaren veel waren, doch zijn ziel niet verzadigd werd van het goed, en hij ook geen begrafenis had; ik zeg, dat een misdracht beter is dan hij.
Prediker 6:6Ja, al leefde hij schoon tweemaal duizend jaren, en het goede niet zag; gaan zij niet allen naar een plaats?
Prediker 11:8Maar indien de mens veel jaren heeft, [en] verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; [en] al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
Prediker 12:1En gedenk aan de Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.
Jesaja 6:1In het jaar, toen de koning Uzzia stierf, zo zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den tempel.
Jesaja 7:8Maar Damaskus zal het hoofd van Syrië zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren zal Efraim verbroken worden, dat het geen volk zij.
Jesaja 14:28In het jaar, toen de koning Achaz stierf, geschiedde deze last.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech