H8478 תַּחַת
from, with, flat, in the same place, as, for, under, instead

Bijbelteksten

2 Kronieken 32:33En Jehizkia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in het hoogste van de graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van Jeruzalem hem eer aan in zijn dood; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.
2 Kronieken 33:20En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in zijn huis; en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats.
2 Kronieken 33:25Maar het volk des lands sloeg hen allen, die de verbintenis tegen den koning Amon gemaakt hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats.
2 Kronieken 34:25Daarom dat zij Mij verlaten, en anderen goden gerookt hebben, opdat zij Mij tot toorn verwekten met alle werken hunner handen; zo zal Mijn grimmigheid uitgegoten worden tegen deze plaats, en niet uitgeblust worden.
2 Kronieken 36:1Toen nam het volk des lands Joahaz, den zoon van Josia, en zij maakten hem koning, in zijns vaders plaats, te Jeruzalem.
2 Kronieken 36:8Het overige nu van de geschiedenissen van Jojakim, en zijn gruwelen, die hij deed, en wat aan hem gevonden werd, ziet, dat is geschreven in het boek der koningen van Israel en Juda; en Jojachin, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
Nehemia 2:14En ik ging voort naar de Fonteinpoort, en naar des konings vijver; doch daar was geen plaats voor het dier, om onder mij voort te gaan.
Esther 2:4En de jonge dochter, die in des konings oog schoon wezen zal, worde koningin in stede van Vasthi. Deze zaak nu was goed in de ogen des konings, en hij deed alzo.
Esther 2:17En de koning beminde Esther boven alle vrouwen, en zij verkreeg genade en gunst voor zijn aangezicht, boven alle maagden; en hij zette de koninklijke kroon op haar hoofd, en hij maakte haar koningin in de plaats van Vasthi.
Job 9:13God zal Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige helpers.
Job 16:4Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
Job 18:16Van onder zullen zijn wortelen verdorren, en van boven zal zijn tak afgesneden worden.
Job 20:12Indien het kwaad in zijn mond zoet is, hij dat verbergt, onder zijn tong,
Job 26:5De doden zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners.
Job 26:8Hij bindt de wateren in Zijn wolken; nochtans scheurt de wolk daaronder niet.
Job 28:5Uit de aarde komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd, alsof zij vuur ware.
Job 28:15Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen.
Job 28:24Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.
Job 30:7Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.
Job 30:14Zij komen aan, als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij zich aan.

Mede mogelijk dankzij