Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
** κακοήθεια (WH, -θία), -ας, ἡ (< κακός, ἦθος), [in LXX: Es 8:13, III Mac 3:22 7:3 A, IV Mac 1:4 3:4*;] malignity, malevolence: Ro 1:29 (Cremer, 329).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
κᾰκοήθ-εια,