Eeuwigheid

Bijbelteksten

Psalm 136:20En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:21En heeft hun land ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:22Ten erve aan Zijn knecht Israel; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:23Die aan ons gedacht heeft in onze nederigheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:24En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:25Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 136:26Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 138:8De HEERE zal het voor mij voleinden; Uw goedertierenheid, HEERE! is in der eeuwigheid; en laat niet varen de werken Uwer handen.
Psalm 139:24En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.
Psalm 146:6Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
Psalm 146:10De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
Psalm 148:6En Hij heeft ze bevestigd voor altoos in eeuwigheid; Hij heeft hun een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden.
Spreuken 12:19Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is [maar] voor een ogenblik.
Spreuken 29:14Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.
Prediker 1:4Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.
Prediker 2:16Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Prediker 3:14Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet [dat], opdat men vreze voor Zijn aangezicht.
Jesaja 14:20Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt uw land verdorven, [en] uw volk gedood; het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd worden.
Jesaja 24:5Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond.
Jesaja 25:2Want Gij hebt van de stad een steenhoop gemaakt; de vaste stad tot een vervallen hoop; het paleis der vreemdelingen, dat het geen stad meer zij, in eeuwigheid zal zij niet herbouwd worden.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel