Spreuken 1:19 | Zo zijn de paden van een iegelijk, die gierigheid pleegt; zij zal de ziel van haar meester vangen. |
Spreuken 2:8 | Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren. |
Spreuken 2:9 | Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, [en] alle goede pad. |
Spreuken 2:12 | Om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt; |
Spreuken 2:13 | [Van degenen,] die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis; |
Spreuken 2:15 | Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen; |
Spreuken 2:18 | Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen. |
Spreuken 2:19 | Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen; |
Spreuken 2:20 | Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen. |
Spreuken 3:6 | Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken. |
Spreuken 3:17 | Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede. |
Spreuken 3:31 | Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen. |
Spreuken 4:11 | Ik onderwijs u in den weg der wijsheid; ik doe u treden in de rechte sporen. |
Spreuken 4:14 | Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen. |
Spreuken 4:19 | De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen. |
Spreuken 4:26 | Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn. |
Spreuken 5:21 | Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen. |
Spreuken 6:6 | Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs; |
Spreuken 6:23 | Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens; |
Spreuken 7:8 | Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis. |