Ziel

Bijbelteksten

Ezechiel 23:18Alzo ontdekte zij haar hoererijen, en ontdekte haar schaamte; toen werd Mijn ziel van haar afgetrokken, gelijk als Mijn ziel was afgetrokken van haar zuster.
Ezechiel 23:22Daarom, o Oholiba! alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal uw boelen, van welke uw ziel is afgetrokken, tegen u verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen u aanbrengen.
Ezechiel 23:28Want alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal u overgeven in de hand dergenen, die gij haat, in de hand dergenen, van dewelken uw ziel is afgetrokken.
Ezechiel 24:21Zeg tot het huis Israels: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn heiligdom ontheiligen, de heerlijkheid uwer sterkte, de begeerte uwer ogen, en de verschoning uwer ziel; en uw zonen en uw dochteren, die gij verlaten hebt, zullen door het zwaard vallen.
Ezechiel 27:31En zij zullen zich over u gans kaal maken, en zakken aangorden; en zullen over u wenen met bitterheid der ziel, [en] bittere rouwklage.
Ezechiel 32:10En Ik zal maken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hun koningen zullen de haren over u te berge staan, als Ik Mijn zwaard zal zwaaien voor hun aangezichten; en zij zullen elk ogenblik sidderen, een ieder voor zijn ziel, ten dage uws vals.
Ezechiel 33:5Hij hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen, behoudt zijn ziel.
Ezechiel 33:6Wanneer daarentegen de wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; en het zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg; die is [wel] in zijn ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des hand des wachters eisen.
Ezechiel 33:9Maar als gij den goddeloze van zijn weg afmaant, dat hij zich van dien bekere, en hij zich van zijn weg niet bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd.
Ezechiel 47:9Ja, het zal geschieden, [dat] alle levende ziel, die er wemelt, overal, waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal, en daar zal zeer veel vis zijn, omdat deze wateren daarhenen zullen gekomen zijn, en zij zullen gezond worden, en het zal leven, alles, waarhenen deze beek zal komen.
Hosea 4:8Zij eten de zonde Mijns volks, en verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid.
Hosea 9:4Zij zullen den HEERE geen drankofferen doen van wijn, ook zouden zij Hem niet zoet zijn, hun offeranden zouden hun zijn als treurbrood; allen, die dat zouden eten, zouden onrein worden; want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN huis niet komen.
Amos 2:14Zodat de snelle niet zal ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden.
Amos 2:15En die den boog handelt, zal niet bestaan, en die licht is op zijn voeten, zal zich niet bevrijden; ook zal, die te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden.
Jona 1:14Toen riepen zij tot den HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan, gelijk als het U heeft behaagd.
Jona 2:5De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Jona 2:7Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den HEERE, en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid.
Jona 4:3Nu dan, HEERE! neem toch mijn ziel van mij; want het is mij beter te sterven dan te leven.
Jona 4:8En het geschiedde, als de zon oprees, dat God een stillen oostenwind beschikte; en de zon stak op het hoofd van Jona, dat hij amechtig werd; en hij wenste zijner ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven dan te leven.
Micha 7:1Ai mij! want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.

TuinTuin