Apostelconvent

Bijbelteksten

Handelingen 15:21Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
Handelingen 15:22Toen heeft het den apostelen en den ouderlingen, met de gehele Gemeente, goed gedacht, [enige] mannen uit zich te verkiezen, en met Paulus en Barnabas te zenden naar Antiochie: [namelijk] Judas, die toegenaamd wordt Barsabas, en Silas, mannen, die voorgangers waren onder de broeders.
Handelingen 15:23En zij schreven door hen dit [navolgende]: De apostelen, en de ouderlingen, en de broeders [wensen] den broederen uit de heidenen, die in Antiochie, en Syrie, en Cilicie zijn, zaligheid.
Handelingen 15:24Nademaal wij gehoord hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken wij [dat] niet bevolen hadden;
Handelingen 15:25Zo heeft het ons eendrachtelijk te zamen zijnde, goed gedacht, [enige] mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas en Paulus.
Handelingen 15:26Mensen, die hun zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus.
Handelingen 15:27Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen verkondigen.
Handelingen 15:28Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:
Handelingen 15:29[Namelijk], dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.
Handelingen 15:30Dezen dan, hun afscheid ontvangen hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende, gaven zij den brief over.
Handelingen 15:31En zij, [dien] gelezen hebbende, verblijdden zich over de vertroosting.
Galaten 2:1Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen hebbende.
Galaten 2:2En ik ging op door een openbaring, en stelde hun het Evangelie voor, dat ik predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs zou lopen of gelopen hebben.
Galaten 2:3Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden.
Galaten 2:4En [dat] om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen;
Galaten 2:5Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven.
Galaten 2:6En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.
Galaten 2:7Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk Petrus [dat] der besnijdenis;
Galaten 2:8(Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen);
Galaten 2:9En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter [hand] der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis [zouden gaan];

StudieboekenStudieboeken