Numeri 12:5 | Toen kwam de HEERE af in de wolkkolom, en stond aan de deur der tent; daarna riep Hij Aaron en Mirjam; en zij beiden kwamen uit. |
Numeri 12:10 | En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam was melaats, [wit] als de sneeuw. En Aaron zag Mirjam aan, en ziet, zij was melaats. |
Numeri 12:11 | Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben! |
Numeri 13:26 | En zij gingen heen, en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der kinderen Israels, in de woestijn Paran, naar Kades; en brachten bescheid weder aan hen, en aan de gehele vergadering, en lieten hen de vrucht des lands zien. |
Numeri 14:2 | En al de kinderen Israels murmureerden tegen Mozes en tegen Aaron; en de gehele vergadering zeide tot hen: Och, of wij in Egypteland gestorven waren! of, och, of wij in deze woestijn gestorven waren! |
Numeri 14:5 | Toen vielen Mozes en Aaron op hun aangezichten, voor het aangezicht van de ganse gemeente der vergadering van de kinderen Israels. |
Numeri 14:26 | Daarna sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: |
Numeri 15:33 | En die hem vonden, hout lezende, brachten hem tot Mozes, en tot Aaron, en tot de ganse vergadering. |
Numeri 16:3 | En zij vergaderden zich tegen Mozes, en tegen Aaron, en zeiden tot hen: Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen, zijn heilig, en de HEERE is in het midden van hen; waarom dan verheft gijlieden u over de gemeente des HEEREN? |
Numeri 16:11 | Daarom gij, en uw ganse vergadering, gij zijt vergaderd tegen den HEERE, want Aaron, wat is hij, dat gij tegen hem murmureert? |
Numeri 16:11 | Daarom gij, en uw ganse vergadering, gij zijt vergaderd tegen den HEERE, want Aaron, wat is hij, dat gij tegen hem murmureert? |
Numeri 16:16 | Voorts zeide Mozes tot Korach: Gij, en uw ganse vergadering, weest voor het aangezicht des HEEREN; gij, en zij, ook Aaron, op morgen. |
Numeri 16:17 | En neemt een ieder zijn wierookvat, en legt reukwerk daarin, en brengt voor het aangezicht des HEEREN, een ieder zijn wierookvat, tweehonderd en vijftig wierookvaten; ook gij, en Aaron, een ieder zijn wierookvat. |
Numeri 16:18 | Zo namen zij een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarin; en zij stonden voor de deur van de tent der samenkomst, ook Mozes en Aaron. |
Numeri 16:20 | En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: |
Numeri 16:37 | Zeg tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, dat hij de wierookvaten uit den brand opneme; en strooi het vuur verre weg; want zij zijn heilig; |
Numeri 16:40 | Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de HEERE door den dienst van Mozes gesproken had. |
Numeri 16:41 | Maar des anderen daags murmureerde de ganse vergadering der kinderen Israels tegen Mozes en tegen Aaron, zeggende: Gijlieden hebt des HEEREN volk gedood! |
Numeri 16:42 | En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst, ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen. |
Numeri 16:43 | Mozes nu en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst. |