Aaron

Bijbelteksten

Exodus 32:3Toen rukte het ganse volk de gouden oorsierselen af, die in hun oren waren; en zij brachten ze tot Aaron.
Exodus 32:5Als Aaron dat zag, zo bouwde hij een altaar voor hetzelve; en Aaron riep uit, en zeide: Morgen zal den HEERE een feest zijn!
Exodus 32:21En Mozes zeide tot Aaron: Wat heeft u dit volk gedaan, dat gij [zulk] een grote zonde over hetzelve gebracht hebt?
Exodus 32:22Toen zeide Aaron: De toorn mijns heren ontsteke niet! gij kent dit volk, dat het in den boze [ligt].
Exodus 32:25Als Mozes zag, dat het volk ontbloot was (want Aaron had het ontbloot tot verkleining onder degenen, die tegen hen hadden mogen opstaan),
Exodus 32:35Aldus plaagde de HEERE dit volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt had.
Exodus 34:30Als nu Aaron en al de kinderen Israëls Mozes aanzagen, ziet, zo glinsterde het vel zijns aangezichts; daarom vreesden zij tot hem toe te treden.
Exodus 34:31Toen riep Mozes hen; en Aaron, en al de oversten in de vergadering keerden weder tot hem; en Mozes sprak tot hen.
Exodus 35:19De ambtsklederen om in het heilige te dienen, de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen zijner zonen, om het priesterambt te bedienen.
Exodus 38:21Dit zijn de getelde dingen van den tabernakel, van den tabernakel der getuigenis, die geteld zijn naar den mond van Mozes, ten dienste der Levieten, door de hand van Ithamar, den zoon van den priester Aaron.
Exodus 39:1Zij maakten ook ambtsklederen, om in het heilige te dienen, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen, die voor Aaron waren, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.
Exodus 39:27Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, van geweven werk, voor Aaron en voor zijn zonen;
Exodus 39:41De ambtsklederen, om in het heiligdom te dienen, de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen.
Exodus 40:12Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.
Exodus 40:13En gij zult Aaron de heilige klederen aantrekken; en gij zult hem zalven, en hem heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene.
Exodus 40:31En Mozes en Aaron, en zijn zonen wiesen daaruit hun handen en hun voeten.
Leviticus 1:5Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst is.
Leviticus 1:7En de zonen van Aaron, den priester, zullen vuur maken op het altaar, en zullen het hout op het vuur schikken.
Leviticus 1:8Ook zullen de zonen van Aaron, de priesters, de stukken, het hoofd en het smeer, schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.
Leviticus 1:11En hij zal dat slachten aan de zijde van het altaar noordwaarts, voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen zijn bloed rondom op het altaar sprengen.