David (koning)

Bijbelteksten

Psalm 9:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-labben.
Psalm 11:1[Een psalm] van David, voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen [naar] ulieder gebergte, [als] een vogel?
Psalm 12:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Scheminith.
Psalm 13:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 14:1[Een psalm] van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk [met hun] werk; er is niemand, die goed doet.
Psalm 15:1Een psalm van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid?
Psalm 16:1Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U.
Psalm 17:1Een gebed van David. HEERE! hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke lippen [gesproken].
Psalm 18:1Voor den opperzangmeester, [een psalm] van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als hem de HEERE gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul.
Psalm 18:51Die de verlossingen Zijns konings groot maakt, en goedertierenheid doet aan Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid.
Psalm 19:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 20:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 21:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 22:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar.
Psalm 23:1Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
Psalm 24:1Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
Psalm 25:1[Een psalm] van David. [Aleph.] Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op.
Psalm 26:1[Een psalm] van David. Doe mij recht, HEERE! want ik wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, ik zal niet wankelen.
Psalm 27:1[Een psalm] van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?
Psalm 28:1[Een psalm] van David. Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, [zo] Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde met degenen, die in den kuil nederdalen.

Livius Onderwijs