David (koning)

Bijbelteksten

Psalm 57:1Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; als hij voor Sauls aangezicht vlood in de spelonk.
Psalm 58:1Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth.
Psalm 59:1Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; toen Saul gezonden had, die [zijn] huis bewaren zouden, om hem te doden.
Psalm 60:1Een gouden kleinood van David tot lering, voor den opperzangmeester, op Schusan Eduth;
Psalm 61:1[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.
Psalm 62:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun.
Psalm 63:1Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda.
Psalm 64:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 65:1Een psalm van David, een lied, voor den opperzangmeester.
Psalm 68:1Een psalm, een lied van David, voor den opperzangmeester.
Psalm 69:1[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim.
Psalm 70:1[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken.
Psalm 72:20De gebeden van David, den zoon van Isai, hebben een einde.
Psalm 78:70En Hij verkoos Zijn knecht David, en nam hem van de schaapskooien;
Psalm 86:1Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig.
Psalm 89:4Ik heb een verbond gemaakt met Mijn uitverkorene; Ik heb Mijn knecht David gezworen:
Psalm 89:21Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;
Psalm 89:36Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege!
Psalm 89:50Heere! waar zijn Uw vorige goedertierenheden, [die] Gij David gezworen hebt bij Uw trouw?
Psalm 101:1Een psalm van David. Ik zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen, o HEERE!

BoekenBoeken