Josef (Joop) Wilhelm Bernard Cohen (Amsterdam, 30 juni 1904 – Alkoven, 4 mei 1942) was een christen-pacifist predikant in Dokkum van 1935 tot 1942 van joodse afkomst.
Cohen was een zoon van Barend Cohen (1870-1908) en Elisabeth Polak (1870- Dimter, 1940). Hij studeerde tot 1927 theologie aan de Universiteit van Utrecht. Daarna diende hij als gereformeerd predikant in Wapserveen (1930) en van 1935 tot aan zijn dood in 1942 in Dokkum.
Theologie was niet de sterkste kant van Cohen, maar hij was een emotionele prediker. Hij was een fel anti-militair en alcoholist. Zijn anti-militaire retoriek baarde soms opzien. Tijdens een openluchtbijeenkomst van Kerk en Vrede in Dokkum in 1935 stemde hij ermee in dienst te weigeren. Dat bracht hem op 14 dagen celstraf. In mei 1941 veroordeelde hij het nationaalsocialisme in zijn preek. Na hem ondervraagd te hebben, liet de Sicherheitsdienst (SD) hem weer gaan. Na een preek over Handelingen 5:29 'Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan den mensen' werd hij opnieuw verraden en naar de SD gebracht. Op 22 juli is hij gearresteerd en via de gevangenis in Leeuwarden naar Dachau vervoerd waar hij op 24 september aankwam. Cohens houding en gedrag wordt daar omschreven als 'dapper en nobel'.
Volgens het officiële overlijdensbericht overleed Cohen op 23 mei 1942 om 16.40 uur in Dachau aan een longontsteking. Pas na de oorlog werd duidelijk dat hij op 4 mei 1942 is overgebracht naar Schloss Hartheim, waar hij zeer waarschijnlijk direct na aankomst werd vermoord.
Aangemaakt 13 maart 2021
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!