Deucalion

Zie ook: Zondvloed, Zondvloed (doorverwijspagina),

In de Griekse mythologie was Deucalion (Grieks Δευκαλίων) de zoon van Prometheus; oude bronnen noemen zijn moeder Clymene, Hesione of Pronoia. Hij was getrouwd met Pyrrha de dochter van Epimetheus. Hij is nauw verbonden met de zondvloedmythe in de Griekse mythologie.

Inhoud

Zondvloedmythe

De overstroming in de tijd van Deucalion werd veroorzaakt door de woede van Zeus, aangewakkerd door de overmoed van Lycaon en zijn zonen, afstammelingen van Pelasgus. Volgens dit verhaal had koning Lycaon van Arcadia een jongen geofferd aan Zeus, die, geschokt door dit offer, besloot een einde te maken aan het "Bronzen Tijdperk" door een zondvloed te ontketenen. Tijdens deze catastrofale overstroming stroomden de rivieren uit hun oevers en overspoelde de zee de kustvlakte, overspoelde de uitlopers met opspattend water en spoelde alles schoon.

Deucalion werd, met de hulp van zijn vader Prometheus, van deze zondvloed gered door een kist te bouwen. Net als de Bijbelse Noach en de Mesopotamische tegenhanger Utnapishtim (cf. Gilgamesh-epos), gebruikte hij deze kist om samen met zijn vrouw, Pyrrha, de grote overstroming te overleven.

De meest volledige overleveringen werden verstrekt in Ovidius' Metamorphoses (Ovid, Metamorphoses I.313–347) en in de bibliotheek van Pseudo-Apollodorus. Deucalion, die over het gebied van Phthia regeerde, was door zijn vader Prometheus gewaarschuwd voor de overstroming. Deucalion moest een kist bouwen en deze zorgvuldig bevoorraden (er worden geen dieren gered in deze versie van de zondvloedmythe), zodat toen het water zich na negen dagen terugtrok, hij en zijn vrouw Pyrrha, de dochter van Epimetheus, het enige overlevende paar waren. mensen. Hun kist raakte vaste grond op de berg Parnassus, of de Etna op Sicilië, of de berg Athos in Chalkidiki, of de berg Othrys in Thessalië.

Hyginus noemt de mening van een Hegesianax dat Deucalion moet worden geïdentificeerd met Aquarius ("Waterman"), "omdat tijdens zijn regering zulke hoeveelheden water uit de lucht stroomden dat de grote zondvloed het gevolg was".

Toen de zondvloed voorbij was en het paar Zeus had bedankt, raadpleegde Deucalion (in verschillende bronnen gezegd dat hij toen 82 jaar oud was) een orakel van Themis over hoe de aarde opnieuw bevolkt moest worden. Hij kreeg te horen dat hij "je hoofd moest bedekken en de botten van je moeder achter je schouder moest gooien". Deucalion en Pyrrha begrepen dat "moeder" Gaia was, de moeder van alle levende wezens, en dat de "botten" rotsen waren. Ze gooiden de stenen achter hun schouders en de stenen vormden mensen. Pyrrha's werden vrouwen; Deucalion werd mannen. Deze mensen werden later de Leleges genoemd die Locris bevolkten. Dit kan in verband worden gebracht met het verslag van Pindar dat vertelt: "…Pyrrha en Deucalion kwamen uit Parnassus en vestigden hun eerste thuis, en zonder het huwelijksbed stichtten ze een verenigd ras van stenen nakomelingen, en de stenen gaven de mensen hun naam" (Pindar, Olympian Odes 9.43–46).

De schrijver Lucian uit de 2de eeuw n.C. geeft een verslag van de Griekse zondvloed in de De Dea Syria die meer lijkt te verwijzen naar de zondvloedlegenden uit het Nabije Oosten: in zijn versie nam Deucalion (die hij ook wel Sisythus noemt) zijn kinderen, hun vrouwen en dierenparen mee op de ark, en bouwde later een grote tempel in Manbij (ten noorden van Aleppo, Syrië), op de plaats van de kloof die al het water ontving; hij beschrijft verder hoe pelgrims twee keer per jaar schepen met zeewater naar deze plaats brachten, zelfs vanuit Arabië en Mesopotamië, om deze gebeurtenis te herdenken (Lucian, De Dea Syria. 12-13).


Aangemaakt 27 juli 2023


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!