Als verantwoordelijke voor de schepping
Nu is de mens niet alleen geschapen als een "kroon der schepping", hij kreeg ook verantwoordelijkheden, taken. De eerste keer komen we dit tegen in Genesis 1: 28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, ze moesten dus niet alleen maar nakomelingen krijgen, niet omdat een hoop kinderen zo leuk en gezellig is, maar om te kunnen voldoen aan het tweede deel van de opdracht: "en onderwerpt haar, "de aarde" in de betekenis van "volledige overheersing", niet in kracht, maar in wijsheid, "het managen", het "zorg dragen voor" en in dit verband "hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!". Dus niet om de oceanen leeg te vissen, het stropen om de sport zoals nu gebeurd. Vandaar dat God "al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels" bij Adam bracht, "om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn.". De mens moest de dieren een naam geven, in het Hebreeuws is een naam geven, hetzelfde als het "determineren, het bepalen van de kenmerken" van een soort. Pas na deze opgedane kennis zou de mens in staat zijn om zorg voor de schepping te dragen, of zoals in hoofdstuk 2 vers 5 staat: "om den aardbodem te bouwen", "te bewerken". (cf de vloek van het bewerken in Gen 3:23).