Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | Toen zond Izebel een bode tot Elia, om te zeggen: Zo doen [mij] de goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner. |
WLC | וַתִּשְׁלַ֤ח אִיזֶ֙בֶל֙ מַלְאָ֔ךְ אֶל־אֵלִיָּ֖הוּ לֵאמֹ֑ר כֹּֽה־יַעֲשׂ֤וּן אֱלֹהִים֙ וְכֹ֣ה יֹוסִפ֔וּן כִּֽי־כָעֵ֤ת מָחָר֙ אָשִׂ֣ים אֶֽת־נַפְשְׁךָ֔ כְּנֶ֖פֶשׁ אַחַ֥ד מֵהֶֽם׃
|
Trans. | watišəlaḥ ’îzeḇel malə’āḵə ’el-’ēlîyâû lē’mōr kōh-ya‘ăśûn ’ĕlōhîm wəḵōh ywōsifûn kî-ḵā‘ēṯ māḥār ’āśîm ’eṯ-nafəšəḵā kənefeš ’aḥaḏ mēhem: |
Algemeen
Zie ook: Elia, Izebel, Vervloekingen, Ziel
Aantekeningen
Toen zond Izebel een bode tot Elia, om te zeggen: Zo doen [mij] de goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner.
- Izebel, Koningin Izebel was de Fenicische vrouw van Achab, koning van Israël, en dochter van Eth-Baal, koning van Tyrus en Sidon (1 Kon. 16:31).
- morgen omtrent dezen tijd, Waarom niet dezelfde dag? Was Izebel bang, of moest ze eerst de 'goden' raadplegen? Of wilde ze hem om "politieke redenen" de kans geven om te vluchten?
- Elia krijgt in ieder geval de gelegenheid om te vluchten, waarbij hij niet alleen over de grens moet vluchten, maar ook die volken en koninkrijken moet mijden waarop Obadja doelt (1 Kon 18:10).
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Toen zond Izebel een bode tot Elia, om te zeggen: Zo doen [mij] de goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner.
- In de LXX begint Izebels boodschap aan Elia als volgt: "Als gij Elia zijt, dan ben ik Izebel"
- De formule: וְכֹה יֹסִיף…כֹּה יַעֲשֶׂה wĕkō yōsîp ... kō yaʿăśe “Mag hij alzo doen … en mag hij zelf meer doen dat…!”) is een vorm van zelfvervloeking. Hierbij valt op dat de vervloeking volledig duidelijk is, maar niet wordt uitgesproken (GKC 472 §149.d; BDB 462 s.v. כֹּה 1.b). Deze eedformule komt ook op andere plekken voor (1 Kon 2:23), waarbij Elohim zowel kan slaan op God als op goden.
- Dat het woordje mij ontbreekt in de tekst treffen we ook aan bij Saul (1 Sam 14:44)
____
- omissie MT; εἰ σὺ εἶ Ηλιου καὶ ἐγὼ Ιεζαβελ LXX;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!