1 Samuel 18:21

SVEn Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.
WLCוַיֹּ֨אמֶר שָׁא֜וּל אֶתְּנֶ֤נָּה לֹּו֙ וּתְהִי־לֹ֣ו לְמֹוקֵ֔שׁ וּתְהִי־בֹ֖ו יַד־פְּלִשְׁתִּ֑ים וַיֹּ֤אמֶר שָׁאוּל֙ אֶל־דָּוִ֔ד בִּשְׁתַּ֛יִם תִּתְחַתֵּ֥ן בִּ֖י הַיֹּֽום׃
Trans.wayyō’mer šā’ûl ’etənennâ llwō ûṯəhî-lwō ləmwōqēš ûṯəhî-ḇwō yaḏ-pəlišətîm wayyō’mer šā’ûl ’el-dāwiḏ bišətayim tiṯəḥatēn bî hayywōm:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Filistijnen, Hand (lichaamsdeel), Lokaas, Saul (koning)

Aantekeningen

En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

zeide

שָׁא֜וּל

En Saul

אֶתְּנֶ֤נָּה

Ik zal haar hem geven

לּ

-

וֹ֙

-

וּ

-

תְהִי־

zij

ל֣

-

וֹ

-

לְ

-

מוֹקֵ֔שׁ

dat zij hem tot een valstrik

וּ

-

תְהִי־

tegen hem zij

ב֖

-

וֹ

-

יַד־

en dat de hand

פְּלִשְׁתִּ֑ים

der Filistijnen

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

Daarom zeide

שָׁאוּל֙

Saul

אֶל־

tot

דָּוִ֔ד

David

בִּ

-

שְׁתַּ֛יִם

Met de andere

תִּתְחַתֵּ֥ן

mijn schoonzoon

בִּ֖י

-

הַ

-

יּֽוֹם

zult gij heden


En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!