AB | En zij viel aan zijn voeten en zei: Och, mijn heer, ik ben het die schuldig is en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden van uw dienstmaagd. |
SV | En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd. |
WLC | וַתִּפֹּל֙ עַל־רַגְלָ֔יו וַתֹּ֕אמֶר בִּי־אֲנִ֥י אֲדֹנִ֖י הֶֽעָוֹ֑ן וּֽתְדַבֶּר־נָ֤א אֲמָֽתְךָ֙ בְּאָזְנֶ֔יךָ וּשְׁמַ֕ע אֵ֖ת דִּבְרֵ֥י אֲמָתֶֽךָ׃ |
Trans. | watipōl ‘al-raḡəlāyw watō’mer bî-’ănî ’ăḏōnî he‘āwōn ûṯəḏaber-nā’ ’ămāṯəḵā bə’āzəneyḵā ûšəma‘ ’ēṯ diḇərê ’ămāṯeḵā: |
En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!