SV | En die uit u [voortkomen], zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht [verwoest], zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen. |
WLC | וּבָנ֤וּ מִמְּךָ֙ חָרְבֹ֣ות עֹולָ֔ם מֹוסְדֵ֥י דֹור־וָדֹ֖ור תְּקֹומֵ֑ם וְקֹרָ֤א לְךָ֙ גֹּדֵ֣ר פֶּ֔רֶץ מְשֹׁבֵ֥ב נְתִיבֹ֖ות לָשָֽׁבֶת׃ |
Trans. | ûḇānû mimməḵā ḥārəḇwōṯ ‘wōlām mwōsəḏê ḏwōr-wāḏwōr təqwōmēm wəqōrā’ ləḵā gōḏēr pereṣ məšōḇēḇ nəṯîḇwōṯ lāšāḇeṯ: |
En die uit u [voortkomen], zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht [verwoest], zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En die uit u [voortkomen], zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht [verwoest], zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!