Mattheus 18:28

SVMaar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep [hem] bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt.
Steph εξελθων δε ο δουλος εκεινος ευρεν ενα των συνδουλων αυτου ος ωφειλεν αυτω εκατον δηναρια και κρατησας αυτον επνιγεν λεγων αποδος μοι ο τι οφειλεις
Trans.exelthōn de o doulos ekeinos euren ena tōn syndoulōn autou os ōpheilen autō ekaton dēnaria kai kratēsas auton epnigen legōn apodos moi o ti opheileis

Algemeen

Zie ook: Denarius, Geld, Munten, Keel (lichaamsdeel), Schulden hebben, Wurging

Aantekeningen

Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep [hem] bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

εξελθων
uitgaande

-
δε
Maar
ο
-
δουλος
dienstknecht
εκεινος
dezelve
ευρεν
heeft gevonden

-
ενα
een
των
-
συνδουλων
mededienstknechten
αυτου
zijner
ος
die
ωφειλεν
schuldig was

-
αυτω
hem
εκατον
honderd
δηναρια
penningen
και
en
κρατησας
aanvattende

-
αυτον
hem
επνιγεν
greep

-
λεγων
zeggende

-
αποδος
Betaal

-
μοι
mij
ει
-
τι
-
οφειλεις
gij schuldig zijt

-

Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep [hem] bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!