AB | Likken zullen zij het stof als de slang, als het kruipende van de aarde; zullen zij sidderen vanuit hun vestingen, naar de HEERE, onze God, zullen zij angstig komen, en zij zullen voor U bevreesd zijn. |
SV | Zij zullen het stof lekken, als de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen. |
WLC | יְלַחֲכ֤וּ עָפָר֙ כַּנָּחָ֔שׁ כְּזֹחֲלֵ֣י אֶ֔רֶץ יִרְגְּז֖וּ מִמִּסְגְּרֹֽתֵיהֶ֑ם אֶל־יְהוָ֤ה אֱלֹהֵ֙ינוּ֙ יִפְחָ֔דוּ וְיִֽרְא֖וּ מִמֶּֽךָּ׃ |
Trans. | yəlaḥăḵû ‘āfār kannāḥāš kəzōḥălê ’ereṣ yirəgəzû mimmisəgərōṯêhem ’el-JHWH ’ĕlōhênû yifəḥāḏû wəyirə’û mimmeḵḵā: |
Zij zullen het stof lekken, als de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zij zullen het stof lekken, als de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!