Mattheus 27:19 | En als hij op de rechterstoel zat, zo heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb [toch] niet te doen met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den droom om Zijnentwil. |
Markus 1:2 | Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. |
Markus 3:14 | En Hij stelde er twaalf, opdat zij met Hem zouden zijn, en opdat Hij dezelve zou uitzenden om te prediken; |
Markus 3:31 | Zo kwamen dan Zijn broeders en Zijn moeder; en buiten staande, zonden zij tot Hem, en riepen Hem. |
Markus 4:29 | En als de vrucht [zich] voordoet, terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is. |
Markus 5:10 | En hij bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond. |
Markus 6:7 | En Hij riep tot Zich de twaalven, en begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. |
Markus 6:17 | Want dezelve Herodes, [enigen] uitgezonden hebbende, had Johannes gevangen genomen, en hem in de gevangenis gebonden, uit oorzaak van Herodias, de huisvrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar getrouwd had. |
Markus 6:27 | En de koning zond terstond een scherprechter, en gebood zijn hoofd te brengen. Deze nu ging heen, en onthoofdde hem in de gevangenis; |
Markus 8:26 | En Hij zond hem naar zijn huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het niemand in het vlek. |
Markus 9:37 | Zo wie een van zodanige kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo wie Mij zal ontvangen, die ontvangt Mij niet, maar Dien, Die Mij gezonden heeft. |
Markus 11:1 | En toen zij Jeruzalem genaakten, te Beth-fage en Bethanie, aan den Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen uit, |
Markus 11:3 | En indien iemand tot u zegt: Waarom doet gij dat? Zo zegt, dat de Heere hetzelve van node heeft; en hij zal het terstond herwaarts zenden. |
Markus 12:2 | En als het de tijd was, zond hij een dienstknecht tot de landlieden, opdat hij van de landlieden ontving van de vrucht des wijngaards. |
Markus 12:3 | Maar zij namen en sloegen hem, en zonden [hem] ledig heen. |
Markus 12:4 | En hij zond wederom een anderen dienstknecht tot hen, en dien stenigden zij, en wondden hem het hoofd, en zonden [hem] henen, schandelijk behandeld zijnde. |
Markus 12:5 | En wederom zond hij een anderen, en dien doodden zij; en vele anderen, [waarvan] zij sommigen sloegen, en sommigen doodden. |
Markus 12:6 | Als hij dan nog een zoon had, die hem lief was, zo heeft hij ook dien ten laatste tot hen gezonden, zeggende: Zij zullen immers mijn zoon ontzien. |
Markus 12:13 | En zij zonden tot Hem enigen der Farizeen en der Herodianen, opdat zij Hem in [Zijn] rede vangen zouden. |
Markus 13:27 | En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels. |