G649 ἀποστέλλω
wegzenden, ontslaan

Bijbelteksten

Johannes 8:42Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom [van Hem]. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.
Johannes 9:7En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende.
Johannes 10:36Zegt gijlieden [tot Mij], Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert [God]; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?
Johannes 11:3Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank.
Johannes 11:42Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik [dit] gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.
Johannes 17:3En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt.
Johannes 17:8Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.
Johannes 17:18Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, [alzo] heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
Johannes 17:21Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Johannes 17:23Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
Johannes 17:25Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt.
Johannes 18:24(Annas dan had Hem gebonden gezonden tot Kajafas, den hogepriester.)
Johannes 20:21Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden.
Handelingen 3:20En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is;
Handelingen 3:26God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk [van u] afkere van uw boosheden.
Handelingen 5:21Als zij nu [dit] gehoord hadden, gingen zij tegen den morgenstond in den tempel, en leerden. Maar de hogepriester, en die met hem waren, gekomen zijnde, riepen den raad te zamen, en al de oudsten der kinderen Israels, en zonden naar den kerker, om hen te halen.
Handelingen 7:14En Jozef zond heen, en ontbood zijn vader Jakob, en al zijn geslacht, [bestaande] in vijf en zeventig zielen.
Handelingen 7:34Ik heb merkelijk gezien de mishandeling Mijns volks, dat in Egypte is, en Ik heb hun zuchten gehoord en ben nedergekomen, om hen daaruit te verlossen; en nu, kom herwaarts, Ik zal u naar Egypte zenden.
Handelingen 7:35Dezen Mozes, welken zij verloochend hadden, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter gesteld? dezen, [zeg ik], heeft God tot een overste en verlosser gezonden, door de hand des Engels, Die hem verschenen was in het doornenbos.
Handelingen 8:14Als nu de apostelen, die te Jeruzalem waren, hoorden, dat Samaria het Woord Gods aangenomen had, zonden zij tot hen Petrus en Johannes;

Mede mogelijk dankzij