Handelingen 9:17 | En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden. |
Handelingen 9:38 | En alzo Lydda nabij Joppe was, de discipelen, horende, dat Petrus aldaar was, zonden twee mannen tot hem, biddende, dat hij niet zou vertoeven tot hen over te komen. |
Handelingen 10:8 | En als hij hun alles verhaald had, zond hij hen naar Joppe. |
Handelingen 10:17 | En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, wat toch het gezicht mocht zijn, dat hij gezien had, ziet, de mannen, die van Cornelius afgezonden waren, gevraagd hebbende naar het huis van Simon, stonden aan de poort. |
Handelingen 10:20 | Daarom sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende; want ik heb hen gezonden. |
Handelingen 10:36 | [Dit is] het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen. |
Handelingen 11:11 | En ziet, ter zelfder [ure] stonden er drie mannen voor het huis, daar ik in was, die van Cesarea tot mij afgezonden waren. |
Handelingen 11:13 | En hij heeft ons verhaald, hoe hij een engel gezien had, die in zijn huis stond, en tot hem zeide: Zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd is Petrus; |
Handelingen 11:30 | Hetwelk zij ook deden, en zonden het tot de ouderlingen, door de hand van Barnabas en Saulus. |
Handelingen 13:15 | En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er [enig] woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt. |
Handelingen 13:26 | Mannen broeders, kinderen van het geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen, tot u is het woord dezer zaligheid gezonden. |
Handelingen 15:27 | Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen verkondigen. |
Handelingen 16:35 | En als het dag geworden was, zonden de hoofdmannen de stadsdienaars, zeggende: Laat die mensen los. |
Handelingen 16:36 | En de stokbewaarder boodschapte deze woorden aan Paulus, [zeggende]: De hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede. |
Handelingen 19:22 | En als hij naar Macedonie gezonden had twee van degenen, die hem dienden, [namelijk] Timotheus en Erastus, bleef hij zelf een tijd [lang] in Azie. |
Handelingen 26:17 | Verlossende u van dit volk, en [van] de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende; |
Handelingen 28:28 | Het zij u dan bekend, dat de zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen. |
Romeinen 10:15 | En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen! |
1 Corinthiers 1:17 | Want Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde. |
2 Corinthiers 12:17 | Heb ik door iemand dergenen, die ik tot u gezonden heb, van u mijn voordeel gezocht? |