Hebreeen 12:13 | En maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar [dat] het veelmeer genezen worde. |
Hebreeen 12:26 | Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel. |
Hebreeen 12:27 | En dit [woord]: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn. |
Hebreeen 13:4 | Het huwelijk [is] eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen. |
Hebreeen 13:16 | En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen. |
Hebreeen 13:19 | En ik bid [u] te meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge wedergegeven worden. |
Hebreeen 13:20 | De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, [namelijk] onze Heere Jezus Christus, |
Hebreeen 13:22 | Doch ik bid u, broeders, verdraagt het woord dezer vermaning; want ik heb u in het kort geschreven. |
Jakobus 1:4 | Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk. |
Jakobus 1:5 | En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij [ze] van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. |
Jakobus 1:6 | Maar dat hij [ze] begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op- en nedergeworpen wordt. |
Jakobus 1:9 | Maar de broeder, die nederig is, roeme in zijn hoogheid. |
Jakobus 1:10 | En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. |
Jakobus 1:13 | Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. |
Jakobus 1:14 | Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt. |
Jakobus 1:15 | Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart den dood. |
Jakobus 1:22 | En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende. |
Jakobus 1:25 | Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, [zeg ik], zal gelukzalig zijn in dit zijn doen. |
Jakobus 2:2 | Want zo in uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding; |
Jakobus 2:6 | Maar gij hebt den armen oneer aangedaan. Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij u [niet] tot de rechterstoelen? |