Lukas 19:1 | En [Jezus], ingekomen zijnde, ging door Jericho. |
Lukas 19:7 | En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen. |
Lukas 19:45 | En gegaan zijnde in den tempel, begon Hij uit te drijven degenen, die daarin verkochten en kochten, |
Lukas 21:21 | Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen. |
Lukas 22:3 | En de satan voer in Judas, die toegenaamd was Iskariot, zijnde uit het getal der twaalven. |
Lukas 22:10 | En Hij zeide tot hen: Ziet, als gij in de stad zult gekomen zijn, zo zal u een mens ontmoeten, dragende een kruik waters; volgt hem in het huis, daar hij ingaat. |
Lukas 22:40 | En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt. |
Lukas 22:46 | En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. |
Lukas 24:3 | En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet. |
Lukas 24:26 | Moest de Christus niet deze dingen lijden, en [alzo] in Zijn heerlijkheid ingaan? |
Lukas 24:29 | En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven. |
Johannes 3:4 | Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, [nu] oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? |
Johannes 3:5 | Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. |
Johannes 4:38 | Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan. |
Johannes 10:1 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar. |
Johannes 10:2 | Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. |
Johannes 10:9 | Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. |
Johannes 13:27 | En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk. |
Johannes 18:1 | Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen. |
Johannes 18:28 | Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten. |