Markus 14:69 | En de dienstmaagd, hem wederom ziende, begon te zeggen tot degenen, die daarbij stonden: Deze is een van die. |
Markus 15:16 | En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; |
Markus 15:22 | En zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde, Hoofdschedelplaats. |
Markus 15:34 | En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOi, ELOi, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten? |
Markus 15:42 | En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat; |
Markus 16:6 | Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. |
Lukas 1:36 | En zie, Elizabet, uw nicht, is ook zelve bevrucht, met een zoon, in haar ouderdom; en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde. |
Lukas 1:61 | En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt. |
Lukas 1:63 | En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen. |
Lukas 2:11 | [Namelijk] dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. |
Lukas 4:22 | En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? |
Lukas 4:24 | En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland. |
Lukas 5:21 | En de Schriftgeleerden en de Farizeen begonnen te overdenken, zeggende: Wie is Deze, Die [gods]lastering spreekt? Wie kan de zonden vergeven, dan God alleen? |
Lukas 5:23 | Wat is lichter te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? |
Lukas 5:34 | Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten? |
Lukas 5:39 | En niemand, die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter. |
Lukas 6:5 | En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. |
Lukas 6:20 | En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. |
Lukas 6:32 | En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. |
Lukas 6:33 | En indien gij goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde. |