G3767 οὖν
dus, nu, dan, eens, immers, welnu dan

Bijbelteksten

1 Corinthiers 6:4Zo gij dan gerechtzaken hebt, die dit leven aangaan, zet die [daarover], die in de Gemeente minst geacht zijn.
1 Corinthiers 6:7Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade?
1 Corinthiers 6:15Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken ze leden ener hoer? Dat zij verre.
1 Corinthiers 7:26Ik houde dan dit goed te zijn, om den aanstaanden nood, dat het, [zeg ik], den mens goed is alzo te zijn.
1 Corinthiers 8:4Aangaande dan het eten der dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen ander God is dan een.
1 Corinthiers 9:18Wat loon heb ik dan? [Namelijk] dat ik, het Evangelie verkondigende, het Evangelie van Christus kosteloos stelle, om mijn macht in het Evangelie niet te misbruiken.
1 Corinthiers 9:25En een iegelijk, die [om prijs] strijdt, onthoudt zich in alles. Dezen dan [doen] wel [dit], opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke.
1 Corinthiers 10:19Wat zeg ik dan? Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets is?
1 Corinthiers 10:31Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets [anders] doet, doet het al ter ere Gods.
1 Corinthiers 11:20Als gij dan bijeen samenkomt, [dat] is niet des Heeren avondmaal eten.
1 Corinthiers 14:11Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
1 Corinthiers 14:15Wat is het dan? Ik zal [wel] met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal [wel] met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen.
1 Corinthiers 14:23Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in [vreemde] talen spraken, en [enige] ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart?
1 Corinthiers 14:26Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een [vreemde] taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting;
1 Corinthiers 15:11Hetzij dan ik, hetzij zijlieden, alzo prediken wij, en alzo hebt gij geloofd.
1 Corinthiers 16:11Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.
1 Corinthiers 16:18Want zij hebben mijn geest verkwikt, en [ook] den uwen. Erkent dan de zodanigen.
2 Corinthiers 1:17Als ik dan dit voorgenomen heb, heb ik ook lichtvaardigheid gebruikt? Of neem ik het naar het vlees voor, hetgeen ik voorneem, opdat bij mij zou wezen, ja, ja, en neen, neen?
2 Corinthiers 3:12Dewijl wij dan zodanige hoop hebben, zo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken;
2 Corinthiers 5:6Wij hebben dan altijd goeden moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van den Heere;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel