Handelingen 18:7 | En vandaar gegaan zijnde, kwam hij in het huis van een [man], met name Justus, die God diende, wiens huis paalde aan de synagoge. |
Handelingen 18:14 | En als Paulus [zijn] mond zou opendoen, zeide Gallio tot de Joden: Zo er enig ongelijk, of kwaad stuk [begaan] ware, o Joden, zo zou ik met reden ulieden verdragen; |
Handelingen 18:23 | En als hij [aldaar] enige tijd geweest was, ging hij weg, en doorreisde vervolgens het land van Galatie en Frygie, versterkende al de discipelen. |
Handelingen 18:24 | En een zeker Jood, met name Apollos, van geboorte een Alexandrier, een welsprekend man, kwam te Efeze, machtig zijnde in de Schriften. |
Handelingen 19:1 | En het geschiedde, terwijl Apollos te Korinthe was, dat Paulus, de bovenste delen [des lands] doorreisd hebbende, te Efeze kwam; en enige discipelen [aldaar] vindende, |
Handelingen 19:9 | Maar als sommigen verhard werden, en ongehoorzaam waren, kwaadsprekende van den weg [des Heeren] voor de menigte, week hij van hen, en scheidde de discipelen af, dagelijks handelende in de school van zekeren Tyrannus. |
Handelingen 19:13 | En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde [duivel]bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt! |
Handelingen 19:14 | [Dezen] nu waren zekere zeven zonen van Sceva, een Joodsen overpriester, die dit deden. |
Handelingen 19:24 | Want een, met name Demetrius, een zilversmid, die [kleine] zilveren tempelen van Diana maakte, bracht dien van die kunst geen klein gewin toe; |
Handelingen 19:31 | En sommigen ook der oversten van Azie, die hem vrienden waren, zonden tot hem, en baden, dat hij zichzelven op de schouwplaats niet zou begeven. |
Handelingen 19:32 | Zij riepen dan [de ene dit], de andere wat anders; want de vergadering was verward en het meerder [deel] wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen waren. |
Handelingen 19:38 | Indien dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, tegen iemand enige zaak hebben, de rechtsdagen worden gehouden, en er zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen. |
Handelingen 19:39 | En indien gij iets van andere dingen verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden. |
Handelingen 20:9 | En een zeker jongeling, met name Eutychus, zat in het venster en met een diepen slaap overvallen zijnde, alzo Paulus lang [tot hen] sprak, door den slaap nederstortende, viel van de derde zoldering nederwaarts, en werd dood opgenomen. |
Handelingen 21:10 | En als wij [daar] vele dagen gebleven waren, kwam er een zeker profeet af van Judea, met name Agabus; |
Handelingen 21:16 | En met ons gingen ook [sommigen] der discipelen van Cesarea, leidende [met zich] een zekeren Mnason, van Cyprus, een ouden discipel, bij dewelken wij zouden te huis liggen. |
Handelingen 21:34 | En onder de schare riep [de ene dit], de andere wat anders. Doch als hij de zekerheid niet kon weten vanwege de beroerte, beval hij, dat men hem in de legerplaats zou brengen. |
Handelingen 22:12 | En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, [goede] getuigenis hebbende van al de Joden, die [daar] woonden, |
Handelingen 23:12 | En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben. |
Handelingen 23:17 | En Paulus riep tot zich een van de hoofdmannen over honderd, en zeide: Leid dezen jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat te boodschappen. |