G5100 τὶς
enige, enige tijd, een poosje, zeker iemand, een zekere

Bijbelteksten

1 Corinthiers 11:16Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods.
1 Corinthiers 11:18Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente, zo hoor ik, dat er scheuringen zijn onder u; en ik geloof het ten dele;
1 Corinthiers 11:34Doch zo iemand hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt. De overige dingen nu zal ik verordenen, als ik zal gekomen zijn.
1 Corinthiers 14:24Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, [en] hij wordt van allen geoordeeld.
1 Corinthiers 14:27En zo iemand een [vreemde] taal spreekt, [dat] het door twee, of ten meeste drie [geschiede], en bij beurte; en dat een het uitlegge.
1 Corinthiers 14:35En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.
1 Corinthiers 14:37Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
1 Corinthiers 14:38Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend.
1 Corinthiers 15:2Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt.
1 Corinthiers 15:6Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren[deel] nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen.
1 Corinthiers 15:12Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?
1 Corinthiers 15:34Waakt op rechtvaardiglijk, en zondigt niet. Want sommigen hebben de kennis van God niet. Ik zeg het u tot schaamte.
1 Corinthiers 15:35Maar, zal iemand zeggen: Hoe zullen de doden opgewekt worden, en met hoedanig een lichaam zullen zij komen?
1 Corinthiers 15:37En hetgeen gij zaait, [daarvan] zaait gij het lichaam niet, dat worden zal, maar een bloot graan, naar het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere [granen].
1 Corinthiers 16:2Op elken eersten [dag] der week, leggen een iegelijk van u [iets] bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet [eerst] geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.
1 Corinthiers 16:7Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.
1 Corinthiers 16:11Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.
1 Corinthiers 16:22Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha!
2 Corinthiers 1:17Als ik dan dit voorgenomen heb, heb ik ook lichtvaardigheid gebruikt? Of neem ik het naar het vlees voor, hetgeen ik voorneem, opdat bij mij zou wezen, ja, ja, en neen, neen?
2 Corinthiers 2:5Doch indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele (opdat ik [hem] niet bezware) ulieden allen.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken